Walbos den?kt

Walbos denkt over veranderen

‘Hoe krijgen we ze mee?’ Blijkens onderzoek nog steeds één van de meest voorkomende onderwerpen op de bestuurs- of directieagenda en nog steeds de grootst gemene deler in verandertheorieën en -modellen.
Naar ons idee een zorgelijk gegeven. De vraag suggereert dat het veranderproject is aangekomen in de fase dat alles al is bedisseld. Alleen het management moet nog met een antwoord komen op de vraag ‘hoe ze mee te krijgen zijn’. Dan is het antwoord op die vraag snel gevonden: niet dus (maar dat merk je later pas)!

Wij denken dat veranderingen niet als een project zijn te managen. Want waar de omgeving verandert, verandert de organisatie. Veranderen wordt meer een ‘zijnswijze’ van de organisatie en verandering onttrekt zich daarom graag aan controle en structuur. De basis van die zijnswijze is dat de organisatie in staat én bereid is om altijd kritisch na te denken over de aannames, die ten grondslag liggen aan haar activiteiten. Veranderingen worden dan geen trauma’s, maar iets wat voor iedereen vanzelfsprekend is.

Als veranderen meer vanzelfsprekend wil worden, zal het moeten beginnen én eindigen op de plaats in de organisatie waar het meest directe en frequente contact met haar omgeving is. En dat is meestal onderin. Daar is het professionele oordeel het sterkst en liggen alternatieve oplossingen vaak voor het grijpen. Die hebben vaak niet meer nodig dan wat meer handelingsruimte, bijvoorbeeld door het stimuleren van experimenten: als je een idee hebt, probeer het uit!

Experimenteren heeft grote voordelen: het pakt het reële probleem aan en het plaatst verandering in de daadwerkelijke, voor iedereen herkenbare situatie. Rondom die situatie worden denken en doen bij elkaar gebracht, hetgeen de snelheid en de kwaliteit van de oplossing ten goede komt.

Wij pleiten niet voor ‘alle neuzen dezelfde kant op’. Liever niet, want het zijn juist de dissidenten die kunnen wijzen op het gevaar van te mooie dromen en die de praktische bruikbaarheid tegen het licht durven te houden.

Veranderingen zijn niet te managen, maar worden mogelijk door krachtig leiderschap. Leiders denken niet in termen van projecten maar zetten iets in gang, zien en accepteren de gevolgen van wat ze in gang hebben gezet en gaan over tot een nieuwe actie. Veranderen is een leiderschapskwestie. Wij vinden niet dat leiderschap de Haarlemmer olie voor alle vraagstukken is. Wij denken echter dat zonder leiderschap innovatie, creativiteit en ondernemerschap een moeilijke tijd zullen hebben in organisaties.