Walbos den?kt

Walbos denkt

Wij geloven dat denkwijzen en benaderingen, die verder gaan dan de orthodoxe bedrijfs- en advieskunde, volop fascinerende mogelijkheden bieden. En wij denken dat die in deze tijd broodnodig zijn. In organisaties en in de samenleving.

Om de dagelijkse werkelijkheid te kunnen begrijpen en om tot verandering te komen, trekken we andere denksporen en liefst meerdere tegelijk. We putten liever ook uit de economie, de sociologie, de filosofie, de psychologie, de kunst en de poëzie dan dat we alleen werken vanuit de bekende managementtheorieën, methodieken en organisatiemodellen (die we overigens wel kennen).

WALBOS hanteert in haar werk drie belangrijke uitgangspunten:

1. Er is meer dan succes
We zijn niet alleen maar geïnteresseerd in de vraag hoe organisaties succesvol gemaakt kunnen worden. Die reductie van de werkelijkheid zit niet alleen ons vaak dwars. ‘Succes’ blijkt op zich al een moeilijk te definiëren begrip, bovendien verdienen organisaties een rijker perspectief dan alleen maar het succes-vraagstuk. De tijd dat organisaties zich laten herleiden tot dit cliché zou, wat ons betreft, voorbij mogen zijn.

2. Er is ook aandacht voor ongewone aspecten van organisaties
Geen standaard onderwerpen, dus ook geen standaard oplossingen. Natuurlijk, we zijn consultant genoeg om ook na te denken over alledaagse problemen in organisaties, maar we willen ook nadrukkelijk nieuwe en onalledaagse thema’s exploreren met mensen in organisaties. Het gaat ons dus om meer dan strategie-vraagstukken, human resource kwesties, inrichtingsproblemen of issues rondom maatschappelijke verantwoordelijkheid. We hebben het ook over zaken die te vaak onderbelicht blijven, maar van wezenlijk belang zijn: verveling op de werkvloer, de rol van humor, de roep om ethiek en esthetiek, leiderschapskwesties of de alomtegenwoordigheid van audits, testen en ander beheersingsinstrumentarium.

3. Er is een sterk contextuele benadering van organisaties
Organisaties zijn voor ons geen geïsoleerde entiteiten. Wij denken na over de wijze waarop organisaties vervlochten zijn met hun omgeving. Want die is in toenemende mate bepalend voor wat organisaties moeten doen en laten. Denk aan de meer of minder fraaie rol die (de) politiek kan spelen in de publieke sector. Denk aan de rol van de media en de publieke opinie als organisaties steken laten vallen. Het handelingsvermogen wordt door dergelijke externe factoren sterk beïnvloed. Het strategisch proces zou juist moeten uitmonden in keuzes over de manier waarop organisaties zich willen verhouden tot hun omgeving en de samenleving.